Hoe werkt de traffic Control?

Traffic ControlDe Faller Car System Traffic Control is het hart van het Car systeem en regelt voor verschillende componenten de aansturing. De Traffic Control is hiervoor afhankelijk van een input. Deze input kan komen van een geactiveerde sensor of door middel van een drukknop met een puls.

Elke traffic control heeft in totaal 8 in en uitgangen. De werking van de verschillende uitgangen is vast gelegd in 15 verschillende programma’s. Het door u gewenste programma kunt u selecteren via de rode dip switches aan de zijkant en de vastgelegde opties gelden dan voor alle uitgangen.

Programma 6

Als voorbeeld nemen we hier programma 6. Dit is het programma met de meeste vrijheid per uitgang. Elke uitgang wordt na het activeren van de bijbehorende ingang met een sensor of drukknop voor een vooraf vastgelegd aantal seconden geactiveerd. De activeringstijd bij uitgang 1 en uitgang 2 kunt u in dit voorbeeld zelf bepalen door middel van de poti meters.

Car System Traffic Control programma 6

Geautomatiseerde programma’s

Geautomatiseerde programma’s voor het controleren van de accuspanning, het afwisselen van een parkeerplaats of het maken van een bushalte zijn er ook.

Bij het controleren van de accuspanning kunt u door middel van sensoren de tijd meten tussen punt A en punt B. Rijdt een auto te langzaam dan zorgt de Traffic Control ervoor dat dit voertuig uit de baan geleid wordt naar een parkeerplaats.

Speciaal programma voor lege batterij

In de praktijk

In de praktijk is het belangrijk om te zorgen dat de voertuigen voldoende afstand van elkaar houden. Om dit te realiseren kunt u gaan werken met blokken. Elk blok van ongeveer 1 à 2 meter beveiligt u met een stopplaats.

Car system toebehoren weggewerkt in het wegdek

Elk voertuig activeert bij het binnen rijden een sensor gekoppeld aan de Traffic Control. De Traffic Control schakelt dan de stopplaats aan het begin van het blok voor een aantal seconden in. Zodoende zal een achteropkomend voertuig altijd eerst aan aantal seconden stil staan. Genoeg tijd voor zijn voorganger om naar het volgende blok te rijden.

Om en om laten rijden

Als u het maken van blokken te veel gedoe vindt kunt u er ook voor kiezen om de voertuigen om en om te laten rijden. Elk voertuig heeft een vaste parkeerplaats, bijvoorbeeld een bushalte en een parkeerhaven.

Beide auto’s rijden een rondje en aan het eind van hun ronde activeren ze een sensor die de andere parkeerplaats van de andere auto activeert. Zodoende stopt voertuig 1 en gaat voertuig 2 weer rijden. Dit kan zich dan steeds blijven herhalen.